zondag 6 juni 2010

waardevolle diensten

Toen ik afgelopen week een elektronicawinkel binnen liep om iets te kopen, passeerde ik ook even de foto-afdeling. Dat kan ik niet laten. Een paar maanden geleden heb ik na veel wikken en wegen een nieuwe fotocamera gekocht. Dat was een hele bevalling weet ik nog. Zoveel verschillende merken, types én nog moeite hebben met het vinden van de ideale camera. ‘Shit, alweer een nieuwe versie uit’ (de TZ8). Nu met opties (handmatige instellingen) die een paar maanden geleden nog niet te verkrijgen waren. En nog goedkoper ook. Hoe is het mogelijk? Niet te geloven. Ternauwernood ontsnapte ik aan de neiging om mijn nieuwe camera weer in te ruilen. Maar hoe trouwens? Verkopen op marktplaats, weggeven of …? Al na een jaar is zo’n camera niets meer waard. Maar gelukkig overwint op zo'n moment meestal mijn bewustzijn van mijn oppervlakkige emotie. Tja, en het is juist deze emotie waar de industrie op in speelt. Elk half jaar komen alle merken met al hun typen (en dat zijn er honderden ... en dan heb ik 't alleen nog maar over fotocamera's) weer met een opvolger met weer een verbeterpuntje. Ik bedacht mij dat ze die verbeterpunten misschien al lang op de plank hebben liggen, maar dat ze deze gefaseerd toepassen. Immers als ze alle verbeterpunten gelijk in een camera toepassen, dan blijft die betreffende camera de komende tien jaar gewoon modern en nieuw. Nu is je camera al verouderd zodra je 'm koopt.

Wat een productie en wegwerpmaatschappij wordt door dit systeem gecreëerd, bedacht ik mij weer. En als je weet hoeveel grondstoffen hiervoor worden gebruikt, hoeveel gifstoffen in lucht en water terecht komen bij de productie ervan, hoe slecht de arbeidsomstandigheden vaak zijn in arme landen waar dergelijke apparatuur wordt vervaardigd en geassembleerd en hoe vaak deze camera (en onderdelen ervan) de wereld over is gevlogen, dan is gewoonweg niet te bevatten dat zo’n camera voor dat geld verkocht kan worden. De werkelijke kosten worden niet door de koper betaald, maar door toekomstige generaties, die oplossingen moeten zoeken voor milieu- en gezondheidsproblemen. “Kan ik u helpen?” … een verkoper staat naast mij en maakt dat ik weer met beide voeten op de grond sta. Even heb ik de behoeft om deze gedachten met hem te delen, maar ik besluit ‘m netjes te bedanken en weer naar buiten te gaan.

Maar dan gaan mijn gedachten verder, maar gelukkig nu constructiever. Want het is heel ‘logisch’ dat bedrijven zo te werk gaan. Tenminste als je in het perspectief van het ‘oude denken’ stapt, namelijk het perspectief van winstmaximalisatie. Maar er zijn ook andere perspectieven. Perspectieven waarmee je én winst kan maken én zeer kwalitatieve fotografie ontwikkelt en op de markt brengt én ook nog eens meewerkt aan een duurzame ontwikkeling. Naar een wereld waarbij de behoefte van de een niet ten kost gaat van de ander. En ja, die perspectieven zijn eigenlijk heel dichtbij en realistisch. Alleen vergt dit omdenken of ook wel dwarsdenken genoemd!

Goed hoe zie ik dat voor me? Het gaat over een perspectief waarbij het economisch systeem in samenhang is gebracht met de wensen van de consument én die van een duurzame ontwikkeling.
Volgens mij helpt ’t door te stoppen met denken in producten. In wezen gaat het immers niet om fototoestellen. Het gaat om fotograferen. Je kunt dus ook fotograferen verkopen. Dit is geen product, maar een dienst. Vanuit dit perspectief is het voor een fabrikant heel lucratief om te bezuinigen op materiaal (en daarmee productie en vervuiling). Het is dan goed denkbaar dat de fabrikant een camera ontwerpt waarbij verbeterpunten (nieuwe opties, hogere kwaliteit, mooier uiterlijk) heel gemakkelijk later kunnen worden toegevoegd. Hierbij kunnen dan alleen de nodige onderdelen worden vervangen. Als economisch ‘model’ zou de fabrikant voor twee scenario’s kunnen kiezen. Ofwel de fabrikant gaat camera’s leasen (de camera blijft in het bezit van de fabrikant en de consument koopt fotografie in plaats van een fototoestel) of de camera wordt heel erg duur. In beide scenario’s kan de camera in een latere levensfase worden geoptimaliseerd door de fabrikant. Op deze manier is de fabrikant verzekerd van een continue inkomstenbron en blijft de consument tegen een zeer lage prijs up-to-date. En het mooist van al: het is tevens een goede stap in een duurzame ontwikkeling.
'Geef mij maar zo’n camera, enne … lever mij gelijk de meeste actuele accessoire erbij.' :-)
Gewoon een kwestie van een beetje dwarsdenken!

Ondanks dat dit model volgens mij nu al realiseerbaar, wordt het echt aantrekkelijk voor bedrijven wanneer overheid belasting gaat heffen op gebruik van grondstoffen en energie en vervuiling. Dan zijn huidige oude systemen zelfs economisch gezien niet meer levensvatbaar.

krijger Guido